Home
     ANBI

  
            Biografie
       Bezittingen
     Wandelingen


Reinhartshausen




In 1855 kocht Marianne voor haar jongste zoon Johannes Willem kasteel Reinhartshausen, mooi gelegen tussen de wijngaarden aan de Rijn, in een deel van Duitsland dat buiten de Pruisische invloedssfeer lag. De heer van dit gebied, hertog Adolf van Nassau, gaf de jongeling een achternaam, iets wat de Oranjefamilie steeds had geweigerd. Hij mocht zich vanaf dit moment Johannes Willem von Reinhartshausen noemen. Marianne besloot Villa Celimontana te verkopen. Aan kasteel Reinhartshausen liet zij een museumvleugel bouwen, waarin haar omvangrijke verzameling schilderijen, prenten, beeldhouwwerk en andere kunst werd geëxposeerd. Iedereen mocht, tegen betaling van een geringe entreeprijs, de collectie komen bekijken. De opbrengsten gingen naar een goed doel waaronder een ooglijderskliniek in Wiesbaden. Hier was ook Johannes van Rossum enige tijd onder behandeling nadat hij in 1861 aan zijn ogen gewond was geraakt tijdens 'een aanslag' door een lakei op Rusthof. Tot directeur-conservator van haar museum benoemde Marianne Laurens Lodewijk Kleijn, de schilder die zij nog vanuit Rome kende. Een deel van de collectie werd ondergebracht op het kasteel dat Marianne liet bouwen in Silezië, in Camenz. Dit kasteel moest het stamhuis worden van haar zoon Albert.
Vanaf 1861 volgde Johannes Willem lessen op het befaamde internaat van dominee Wilhelm Feller in Dauborn, dichtbij Reinhartshausen


© 2021 Stichting Erfgoed Prinses Marianne

Colofon

Bezoek ook

Volg ons op