Camenz
In oktober 1837 was Mariannes moeder Mimi overleden. Marianne
erfde onder andere het Silezische kloosterlandgoed Camenz (Kamieńiec
Ząbkowicki). In april 1838 reeds bezocht de prinses haar nieuwe bezittingen
in Silezië. Op 24 april hield zij een feestelijke intocht in Wartha (Bardo),
destijds een geliefd bedevaartsoord. Marianne besloot in Camenz, op de
naast het klooster gelegen Hertaberg, een imposant paleis in de gedaante
van een kasteel te bouwen, mooi romantisch ingepast in de omringende
natuur, naar een ontwerp van de befaamde architect Karl Friedrich Schinkel
en diens leerling de hofarchitect Ferdinand Martius. Het kasteel werd
gebouwd als een gotische gebouw van rode baksteen, met twee door arcaden
omgeven binnenplaatsen en vier ronde hoektorens. Ondanks de toenemende
huwelijksproblemen legde Marianne in oktober 1838 de eerste steen, samen
met haar echtgenoot Albrecht. Marianne bepaalde dat de bouw met behulp
van de plaatselijke bevolking diende te geschieden, hetgeen jarenlang zo’n
duizend arbeiders en handwerkslieden werk verschafte.
Nadat Marianne, samen met haar echtgenoot Albrecht, in 1838 de eerste steen had gelegd, zou het nog tot halverwege 1846 duren voor de buitenkant van het kasteel in hoofdlijnen af was. Vertraging ontstond onder andere omdat tijdens de bouw op verzoek van Marianne diverse veranderingen in het ontwerp werden aangebracht, vooral om het uitzicht te verbeteren. In juli 1847 werd de protestantse slotkapel ingewijd met een passende preek. In 1853 werd begonnen aan de binnenkant, de inrichting, het schilderwerk en de meubilering, waarbij Marianne zo veel mogelijk haar zoon Albert betrok, voor wie het paleis uiteindelijk was bestemd. In oktober 1857 werd het hoofddeel van het kasteel, inclusief de gastenverblijven, in gebruik genomen.
Museumdirecteur Kleijn had mooie bijbelse wandschilderingen aangebracht, voorstellende De bruiloft te Kana en Balthazar's feest. In 1873 zou de bouw van het kasteel, die 35 jaar had geduurd, worden voltooid, met het gereed komen van de Victoriezuil. Deze torende aan de achterzijde triomfantelijk uit boven het kasteel als een herinnering aan de Pruisische overwinning in de Frans-Duitse oorlog die in 1871 eindigde. Hierna droeg Marianne het kasteel met toebehoren over aan haar zoon Albert, een maand nadat deze op 19 april 1873 in het huwelijk was getreden met Marie von Saksen-Altenburg. Door de deftige uitstraling kreeg het kasteel al snel de naam Paleis Camenz.
Nadat Marianne, samen met haar echtgenoot Albrecht, in 1838 de eerste steen had gelegd, zou het nog tot halverwege 1846 duren voor de buitenkant van het kasteel in hoofdlijnen af was. Vertraging ontstond onder andere omdat tijdens de bouw op verzoek van Marianne diverse veranderingen in het ontwerp werden aangebracht, vooral om het uitzicht te verbeteren. In juli 1847 werd de protestantse slotkapel ingewijd met een passende preek. In 1853 werd begonnen aan de binnenkant, de inrichting, het schilderwerk en de meubilering, waarbij Marianne zo veel mogelijk haar zoon Albert betrok, voor wie het paleis uiteindelijk was bestemd. In oktober 1857 werd het hoofddeel van het kasteel, inclusief de gastenverblijven, in gebruik genomen.
Museumdirecteur Kleijn had mooie bijbelse wandschilderingen aangebracht, voorstellende De bruiloft te Kana en Balthazar's feest. In 1873 zou de bouw van het kasteel, die 35 jaar had geduurd, worden voltooid, met het gereed komen van de Victoriezuil. Deze torende aan de achterzijde triomfantelijk uit boven het kasteel als een herinnering aan de Pruisische overwinning in de Frans-Duitse oorlog die in 1871 eindigde. Hierna droeg Marianne het kasteel met toebehoren over aan haar zoon Albert, een maand nadat deze op 19 april 1873 in het huwelijk was getreden met Marie von Saksen-Altenburg. Door de deftige uitstraling kreeg het kasteel al snel de naam Paleis Camenz.