Bestuur Stichting bezoekt Camenz
Bestuur Stichting bezoekt Camenz
Deze bezoeken hebben ons weer verrassend veel nieuwe informatie opgeleverd. Het kasteel dat Marianne liet bouwen in Camenz/Polen en Reinhartshausen bij Wiesbaden, waar zij in 1883 is gestorven en begraven ligt samen met Johannes van Rossem, is eind oktober 2021 bezocht door een kleine delegatie van de stichting. Een kort reisverslag hierbij.
Het bezoek startte met een ontvangst door de burgemeester van Camenz, aan wie wij namens onze gemeente oranje tulpenbollen hebben overhandigd voor de tuinen van het kasteel. Bij die gelegenheid werden wij hartelijk uitgenodigd om de festiviteiten volgend jaar mei bij te wonen ter gelegenheid van de 150ste verjaardag van het kasteel.
De restauratie van kasteel Camenz
In oktober 1837 was Mariannes moeder Mimi overleden. Marianne erfde onder andere het Silezische kloosterlandgoed Camenz (het huidige Kamieńiec Ząbkowicki). Marianne besloot in Camenz, op de naast het klooster gelegen Hertaberg, een imposant gebouw in de gedaante van een kasteel te bouwen, mooi romantisch ingepast in de omringende natuur, naar een ontwerp van de befaamde architect Karl Friedrich Schinkel, die de uitvoering overliet aan zijn leerling, de hofarchitect Ferdinand Martius. Het kasteel werd gebouwd als een gotisch kasteel van rode baksteen, met twee door arcaden omgeven binnenplaatsen en vier ronde hoektorens.
In 1872 zou de bouw van het kasteel, die 35 jaar had geduurd, worden voltooid, met het gereedkomen van de Victoriezuil. Deze torende aan de achterzijde triomfantelijk uit boven het kasteel als een herinnering aan de Pruisische overwinning in Frans-Duitse oorlog die in 1871 eindigde. Hierna droeg Marianne het kasteel met toebehoren over aan haar zoon Albert, een maand nadat deze op 19 april 1873 in het huwelijk was getreden met Marie von Saksen-Altenburg. Door de deftige uitstraling kreeg het kasteel al snel de naam Paleis Camenz. Camenz kwam, evenals kasteel Reinhartshausen, via vererving uiteindelijk in het bezit van prins Waldemar van Pruisen, een nazaat van een broer van Mariannes echtgenoot Albrecht. Waldemar overleed kinderloos, in 1945, kort voordat kasteel Camenz werd getroffen door een verwoestende ramp door oorlogsgeweld. Veel van het meubilair en de kunstwerken die Marianne had ondergebracht in haar kasteel Camenz werden in 1945 namelijk door Russische soldaten weggevoerd. Vervolgens werd het leeggeroofde kasteel in januari 1946 door hen in brand gestoken. Doordat de soldaten de toegesnelde brandweer verhinderden het vuur te blussen, ging ook de resterende inventaris verloren en raakte het gebouw ernstig beschadigd.
Na de grote brand van 1946 raakte het kasteel verder onttakeld doordat de Poolse regering al het marmer uit het paleis en de tuin sloopte om te gebruiken bij de wederopbouw van de hoofdstad Warschau.
Enkele schilderijen die werden teruggevonden, behoren thans tot de collectie van het museum in Nysa, het vroegere Neisse. Sinds 2012 is het kasteel met tuinen en park eigendom van de gemeente Kamieńiec Ząbkowicki die inmiddels de restauratie van het kasteel en het herstel van de tuinen, inclusief de imposante fonteinen en andere waterwerken, ter hand heeft genomen.
Bestuur Stichting bezoekt Reinhartshausen
Op de terugreis naar Nederland bezocht de delegatie ook Reinharsthausen. Wij overnachtten in de vinotheek van het kasteel die tegenwoordig ook een logeeraccomodatie heeft. Gelukkig bleek de volgende ochtend dat de alarmerende verhalen over een complete onttakeling van het interieur onjuist waren. Van een van de nieuwe gastvrije eigenaren mochten wij rondkijken in alle ruimtes van het kasteel waar werklieden druk bezig waren met werkzaamheden om er een weer een hotel van te maken. Het merendeel van de circa schilderijen die nog resteerden uit de voormalige collectie bleken nog gewoon in de diverse ruimtes te hangen.In de tuin bleek het borstbeeld van Willem I met gedenkplaat ook nog aanwezig, evenals diverse andere beelden uit de periode Marianne.
Het schuin tegenover het kasteel gelegen graf van Marianne en Johannes van Rossum lag er goed onderhouden bij.Tot slot bezochten we in Erbach de recent gerestaureerde Johanneskirche met de verrassende ontdekking en inmiddels herstelde muurschilderingen van twee kerkvaders en de fraaie Mariannebank. Daarbij werden we vriendelijk rondgeleid door de voorzitter van de kerkenraad, die ons eveneens vergezelde naar de crypte van Johannes Willem.