1838-1854
Nog meer bezittingen dicht bij Camenz
In 1838 had Marianne haar bezit in Silezië verder uitgebreid door de aankoop
van Seitenberg (Stronie Sląskie), Schnallenstein (Snielinek) en
Schreckendorf (Strachocin), een gebied rijk aan delfstoffen. Onder andere door de aanleg van
een ruim 55 kilometer lange weg en door de bouw van een hoogoven, stimuleerde Marianne de plaatselijke industrie en werkgelegenheid, met goed florerende
glas- en marmerfabrieken. In 1854 kocht zij het jachtslot Weisswasser (Bíla Voda). Het verhaal gaat dat zij dit jachtslot kocht omdat
zij na haar scheiding volgens een Pruisisch ‘verbanningsdecreet’ nooit langer dan een etmaal op Pruisisch grondgebied mocht blijven. Dit leverde een probleem op voor een verblijf op Camenz, omdat dit ook onder Pruisisch gezag viel. Marianne zou door genoemde aankoop van Weisswasser dit probleem omzeilen. Dit jachtslot lag dichtbij Camenz, maar nog net aan
de Oostenrijkse kant van de grens. Hier kon zij wel onbeperkt verblijven en van hieruit gemakkelijk haar kasteel Camenz bezoeken. Echter, zo’n
verbanningsdecreet is nooit gevonden en het is dus zeer de vraag of dit wel heeft bestaan. Waarschijnlijk is de werkelijkheid simpeler: vermoedelijk kocht Marianne het jachtslot voor Johannes van Rossum, die een verwoed jager was. Daarnaast is er een gerucht dat de Pruisische familie als een wraakactie Marianne verbood om via de hoofdingang haar kasteel Camenz te betreden. Marianne zou toen als slimme tegenzet een speciale ingang hebben laten maken in de rechtertoren, die haar rechtstreeks toegang gaf tot haar eigen vertrekken. Ook hier is de realiteit eenvoudiger: Marianne, die door haar toenemende 'zwaarlijvigheid' en problemen met haar knie steeds moeilijker ter been werd, liet inderdaad deze speciale ingang maken, maar vooral om de vele trappen via de hoofdingang te vermijden.
zij na haar scheiding volgens een Pruisisch ‘verbanningsdecreet’ nooit langer dan een etmaal op Pruisisch grondgebied mocht blijven. Dit leverde een probleem op voor een verblijf op Camenz, omdat dit ook onder Pruisisch gezag viel. Marianne zou door genoemde aankoop van Weisswasser dit probleem omzeilen. Dit jachtslot lag dichtbij Camenz, maar nog net aan
de Oostenrijkse kant van de grens. Hier kon zij wel onbeperkt verblijven en van hieruit gemakkelijk haar kasteel Camenz bezoeken. Echter, zo’n
verbanningsdecreet is nooit gevonden en het is dus zeer de vraag of dit wel heeft bestaan. Waarschijnlijk is de werkelijkheid simpeler: vermoedelijk kocht Marianne het jachtslot voor Johannes van Rossum, die een verwoed jager was. Daarnaast is er een gerucht dat de Pruisische familie als een wraakactie Marianne verbood om via de hoofdingang haar kasteel Camenz te betreden. Marianne zou toen als slimme tegenzet een speciale ingang hebben laten maken in de rechtertoren, die haar rechtstreeks toegang gaf tot haar eigen vertrekken. Ook hier is de realiteit eenvoudiger: Marianne, die door haar toenemende 'zwaarlijvigheid' en problemen met haar knie steeds moeilijker ter been werd, liet inderdaad deze speciale ingang maken, maar vooral om de vele trappen via de hoofdingang te vermijden.

Foto, ongedateerd. Collectie Mateusz Gnaczy
Prinses Marianne op de speciale trap die zij met het oog op haar knieproblemen had laten aanleggen naar haar privévertrekken in kasteel

Foto, ongedateerd. Collectie Mateusz Gnaczy