1837-1870
Marianne als componiste en dichteres
Het Pruisische hof waarin prinses Marianne door haar
huwelijk met Albrecht terecht
kwam, kende een lange militaire
muziektraditie. Mariannes schoonvader, de Pruisische koning
Friedrich Wilhelm III, verzamelde vanaf 1817
marsen die zijn goedkeuring verdienden. In 1836 componeerde Marianne een cavalerieparademars die de
naam Königliche Preußische Armeemarsch kreeg. Ook deze mars kreeg koninklijke goedkeuring en staat vermeld in Mariannes
bibliotheekcatalogus die Johannes
van Rossum in 1849 eigenhandig schreef. De koninklijke
verzameling marsmuziek vermeldt ook enkele
composities van Mariannes dochter Charlotte. Mariannes zoon Albert deelde de muzikale belangstelling van zijn
moeder. Hij was op 1 mei 1896 de mede-oprichter
van de nog steeds bestaande Voorburgse Muziekvereniging Forum Hadriani. Dat Marianne ook dichterlijke talenten bezat,
bleek toen in 2010 enkele brieven van
de prinses aan de eerder genoemde schildersfamilie Postma werden ontdekt. Hierin bevond zich een 50-regelig
gedicht dat Marianne had geschreven
voor de koperen bruiloft van dit schildersechtpaar, vergezeld door een mooie carte-visite van haarzelf als speciaal cadeautje.
In het gedicht haalt Marianne mooie herinneringen op aan haar verblijf in Rome, waar zij regelmatig het gezin Postma bezocht, de kleine Gerard in haar vorstelijke armen sloot en zijn kleine zusje Katrijn 'doudijnde' ofwel op schoot in slaap wiegde.
In het gedicht haalt Marianne mooie herinneringen op aan haar verblijf in Rome, waar zij regelmatig het gezin Postma bezocht, de kleine Gerard in haar vorstelijke armen sloot en zijn kleine zusje Katrijn 'doudijnde' ofwel op schoot in slaap wiegde.
Foto prinses Marianne in carte- visite formaat en geschonken aan het schildersechtpaar Postma, circa 1863.
Collectie auteur
Collectie auteur