1830-1883
Marianne als zakenvrouw en weldoenster
Marianne beheerde met veel zakelijk inzicht haar
omvangrijke, vooral door erfenis
verkregen bezittingen in Nederland, Duitsland en Silezië. Daarbij was zij van mening dat haar aardse rijkdom
haar slechts in bruikleen was gegeven en dat anderen
daar ook van moesten profiteren. Royaal ondersteunde
zij armen en behoeftigen en financierde onderwijsinstellingen, zieken- en bejaardenhuizen. Nooit mocht daarbij onderscheid gemaakt worden tussen kerkelijken en niet-kerkelijken en evenmin tussen protestanten en katholieken. In Silezië liet zij wegen aanleggen, kalkovens bouwen, en
stimuleerde de marmer- en glasindustrie. Mariannes zorg strekte zich ook uit tot de kinderen van Camenz. Zij vond hun vorming van groot belang. Zij regelde onder andere dat er zelfs op gymnasiaal niveau werd lesgegeven. Daarnaast stichtte zij in 1839 een borduurschool voor meisjes, een instelling voor kleine kinderen, een ziekenhuis, een tehuis voor ouderen en een
‘weduwenkas’. In Voorburg trakteerde zij schoolkinderen zo nu en dan op een uitstapje. Aan de Oude Kerk, waar zij regelmatig kerkdiensten bijwoonde, schonk zij een Bätzorgel. Door haar financiële bijdragen maakte zij de bouw mogelijk van een nieuw gemeentehuis en een nieuwe hervormde pastorie.
Ook in Reinhartshausen en omgeving maakte zij zich geliefd door haar royale giften aan hulpbehoevenden. Ook hier stimuleerde zij werkgelegenheid en welvaart van de plaatselijke bevolking door haar opdrachten en projecten.
zij armen en behoeftigen en financierde onderwijsinstellingen, zieken- en bejaardenhuizen. Nooit mocht daarbij onderscheid gemaakt worden tussen kerkelijken en niet-kerkelijken en evenmin tussen protestanten en katholieken. In Silezië liet zij wegen aanleggen, kalkovens bouwen, en
stimuleerde de marmer- en glasindustrie. Mariannes zorg strekte zich ook uit tot de kinderen van Camenz. Zij vond hun vorming van groot belang. Zij regelde onder andere dat er zelfs op gymnasiaal niveau werd lesgegeven. Daarnaast stichtte zij in 1839 een borduurschool voor meisjes, een instelling voor kleine kinderen, een ziekenhuis, een tehuis voor ouderen en een
‘weduwenkas’. In Voorburg trakteerde zij schoolkinderen zo nu en dan op een uitstapje. Aan de Oude Kerk, waar zij regelmatig kerkdiensten bijwoonde, schonk zij een Bätzorgel. Door haar financiële bijdragen maakte zij de bouw mogelijk van een nieuw gemeentehuis en een nieuwe hervormde pastorie.
Ook in Reinhartshausen en omgeving maakte zij zich geliefd door haar royale giften aan hulpbehoevenden. Ook hier stimuleerde zij werkgelegenheid en welvaart van de plaatselijke bevolking door haar opdrachten en projecten.


'Kerklust', de hervormde pastorie van Voorburg, door prinses Marianne gefinancierd. Ansichtkaart, circa 1900.
Collectie auteur
Kinderen poseren voor het door prinses Marianne mede gefinancierde gemeentehuis van Voorburg. Ansichtkaart, circa 1900. Collectie auteur